Niettegenstaande het Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen officieel het licht zag in 1942, is zijn ontstaansgeschiedenis toch nog verder in het verleden te situeren.
Vóór het schoolpact van 1959 ontving het vrij onderwijs geen enkele vorm van subsidie, noch voor de wedden van het onderwijzend personeel, noch voor de werkingskosten van de school zelf, tenzij er met de stedelijke autoriteiten een ‘contract van aanneming’ werd afgesloten. In de stad Antwerpen gebeurde dit al vanaf 1921.
Na de capitulatie van het Belgische leger in 1940, verbood de bezettende overheid echter de werkzaamheden van de gemeenteraden: een streep dus door die ‘contracten van aanneming’. Voor het vrij lager onderwijs in de regio Antwerpen ontstond een penibele situatie: er was geen erkenning meer en dus ook geen betoelaging.
Op 1 januari 1942 werd door de bezetter Groot-Antwerpen opgericht (te vergelijken met het Antwerpen na de fusie) en konden opnieuw aannemingscontracten worden afgesloten.
Kardinaal Van Roey gaf toen opdracht aan E.H. Karel Geuens (directeur van het Sint-Norbertusgesticht, later -college) om een Centraal Katholiek Schoolcomité van Groot-Antwerpen op te richten. Op 31 maart 1942 werd voor de 104 katholieke lagere scholen en de 65 katholieke kindertuinen een aannemingscontract afgesloten en op 13 augustus 1942 werd dat ‘Centraal Katholiek Schoolcomité van Groot Antwerpen’ een v.z.w.
Doelstelling van deze v.z.w.: “alle bedrijvigheid voeren die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met het katholieke schoolwezen op het grondgebied van Antwerpen en in zijn naam optreden tegenover alle overheden en openbare besturen”.
Vanaf zijn oprichting in 1942 werd het CKSA gevestigd in de Otto Veniusstraat 22. Ondertussen is dit adres een begrip geworden voor het katholiek basisonderwijs in Antwerpen!
Na de bevrijding in 1945 kreeg het jonge CKSA twee nieuwe belangrijke opdrachten:
• het dagelijks beheer van alle parochiale scholen van Antwerpen, m.a.w. het CKSA werd het schoolbestuur van deze scholen.
• het oprichten van een Dienst voor Katholiek Onderwijs (DKO) voor steun en hulp aan de scholen in de ganse provincie Antwerpen.
E.H. Karel Geuens gaf in 1948 de directeursfakkel door aan E.H. Jozef Luyten die gedurende acht jaar doortastend de leiding van ‘de Otto Veniusstraat’ op zich nam.
Hij was intens betrokken bij de uitbreiding van het Katholiek Onderwijs in twee nieuwe stedelijke woonzones: Linkeroever en Luchtbal. Bovendien kreeg hij als directeur van CKSA en DKO ook nog het beheer van de Katholieke Schoolkolonies in Berlaar en Vlimmeren, die later zouden uitgroeien tot de huidige CKG's (Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning) Kinderland en Lentekind.
In 1955 werd binnen CKSA opnieuw geschiedenis geschreven. In een vrijgekomen schoolgebouw aan de Oude Beurs werd de eerste klas voor ‘spastische kinderen’ in ons land opgericht, tegelijk met vier klassen voor mentaal gehandicapte kinderen. Dit was het begin van wat later het Sint-Jozefinstituut, een medisch pedagogisch instituut voor mentaal en motorisch gehandicapte kinderen, zou worden.
In 1956 werd E.H. Jos Van Aelst de derde directeur en afgevaardigd beheerder van CKSA, een taak die hij zeer plichtsgetrouw en met veel dossierkennis waarnam tot zijn overlijden in 1982.
Ondertussen was er in 1959, door het in voege treden van het Schoolpact, een einde gekomen aan de zogenaamde aannemingscontracten met de Stad Antwerpen. Deze op het eerste zicht heuglijke gebeurtenis kondigde voor het vrij onderwijs echter een aardverschuiving aan.
De plaatselijke parochiale scholen zagen vele leerlingen overstappen naar de grote en gerenommeerde colleges en instituten waar het onderwijs nu ook kosteloos werd.
Het in 1955 opgerichte Sint-Jozefinstituut verhuisde onder impuls van E.H. Jos Van Aelst naar Antwerpen Luchtbal. Daar was plaats voor de uitbouw van een groot, in het binnen- en buitenland gekend, instituut voor jonge mensen met een handicap.
Vele jongeren met een motorische en/of mentale beperking genieten er nog steeds revalidatie en behandeling, opvoeding en aangepast onderwijs in zes scholen, twee voor buitengewoon lager en vier voor buitengewoon secundair onderwijs. Een aantal van deze leerlingen kreeg en krijgt voor en na schooltijd ook aangepaste hulp in wat nu het MFC (Multifunctioneel Centrum) Heder is. Hier wordt ook een internaatsopvang ingericht.
Toen Kanunnik Van Aelst in 1982 plots overleed, ontstond er een leemte die gelukkig door een duo eminente stafmedewerkers werd ingevuld. Evarist Theuns werd de nieuwe directeur van CKSA, zijn collega-stafmedewerker Pierre Goossens werd ere-diensthoofd.
Evarist Theuns zou tot einde 1987 het directeurschap van CKSA met grote wijsheid en rustige bekwaamheid waarnemen.
In 1988 werd Jos Horemans, toenmalig directeur van de Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint-Ursula te Wilrijk, de nieuwe directeur en afgevaardigd beheerder van CKSA. Onder zijn gedreven en kundige leiding werd het secretariaat in de Otto Veniusstraat nog verder uitgebreid ter ondersteuning van de katholieke basisscholen van het bisdom Antwerpen. Menig directeur vond en vindt de oplossingen voor administratieve, boekhoudkundige, bouwkundige, verzekeringstechnische en pedagogische vraagstukken in samenwerking met de medewerkers van ‘de Otto Veniusstraat’.
In 2004 zette Jos Horemans het spreekwoordelijk stapje opzij. Sindsdien is de verantwoordelijkheid voor de v.z.w.’s die onder CKSA resorteren, overgedragen aan Geert Van Kerckhoven. Hij is directeur van het algemeen secretariaat in de Otto Veniusstraat en tevens gedelegeerd bestuurder van CKSA. Hij is de eindverantwoordelijke voor de scholen van CKSA en heeft daarbij vooral het financiële luik en de vele bouwdossiers onder zijn hoede.
Onderwijs is geen statisch gegeven, dat maakt het net zo boeiend. Kort na de eeuwwisseling werd het tijdperk van de scholengemeenschappen ingeluid. Door het samenwerken op beleids-, administratief, boekhoudkundig en pedagogisch gebied tracht de overheid de professionaliteit te verhogen zonder daarbij de eigenheid van elke school ter verloochenen.
Tijdens een eerste proefjaar, schooljaar 2003-2004, besloten de scholen van schoolbestuur CKSA kleine scholengemeenschappen van 4 à 5 scholen te vormen. De praktijk wees echter uit dat alle CKSA-scholen samen eigenlijk al een scholengemeenschap ‘avant la lettre’ vormden. Het schooljaar daarop werd dan ook besloten om samen één grote scholengemeenschap te vormen.
Scholengemeenschap Groepering CKS werd boven de doopvont gehouden op 1 september 2004. Deze scholengemeenschap was toen de op één na grootste katholieke scholengemeenschap voor basisscholen van het Vlaamse land: 26 scholen (24 van het schoolbestuur CKSA, 1 school van de Broeders Scheppers van Sint-Eligiusinstituut Antwerpen en 1 school van het Schoolcomité Sint-Henricus).
Als we het hebben over Scholengemeenschap Groepering CKS dan worden de termen Mini-College, College van Directeurs, werkgroepen, ICT-cel, Mentorencel vaak in één adem mee uitgesproken. Kortom een hele organisatie. Vanuit het Mini-College groeide tijdens de eerste jaren van de scholengemeenschap het besef dat het roer van die scholengemeenschap best in handen werd genomen door een ‘Coördinerend Directeur’. Sinds 1 september 2005 wordt deze functie ingevuld door Luc Bettens.
De veranderende onderwijswereld, meer bepaald het M-decreet dat per 1 september 2015 van kracht werd, creëerde een behoefte tot betere samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Daarom werden tijdens het schooljaar 2013-2014 verkennende gesprekken gehouden tussen vzw CKSA en vzw KOCA (Koninklijk Orthopedagogisch Instituut Antwerpen). Zij besloten tot samenwerking binnen een scholengemeenschap. Dit leidde in september 2014 tot het opsplitsen van de Scholengemeenschap Groepering CKS in twee aparte scholengemeenschappen.
- de Scholengemeenschap Groepering CKSA-Basisonderwijs, met als coördinerend directeur Luc Bettens (tevens eindverantwoordelijke voor beide scholengemeenschappen)
- de Scholengemeenschap Groepering CKSA-Buitengewoon Onderwijs, met als coördinerend directeur Christel Vervecken (tevens verantwoordelijk voor onderwijscoördinatie over de scholengemeenschappen heen).
De BuSO-scholen maken, zij het officieus, deel uit van de scholengemeenschap Groepering CKSA-BuO.
Niettegenstaande deze tweedeling is het zeker de bedoeling de banden en de samenwerking tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs sterker te maken. Beide scholengemeenschappen behouden dan ook een zeer nauwe samenwerking: gezamenlijke Mini-Colleges, gezamenlijke Colleges van Directeurs en gezamenlijke werkgroepen.
Eveneens in 2014 werd besloten om naast de twee coördinerend directeurs ook twee personeelsdirecteurs aan te stellen, Ingrid Dessoy (voor het gewoon onderwijs) en André Gysbrechts (voor het buitengewoon onderwijs). Deze laatste is tevens verantwoordelijk voor de Integrale Kwaliteitszorg.
Geert Van Kerckhoven, de coördinerend directeurs en de personeelsdirecteurs vormen nog steeds het Dagelijks Bestuur van CKSA.
In 2020 veranderde de structuur van heel wat scholengemeenschappen, ook die van CKSA. Het Sint-Eligiusinstituut en KOCA Basisonderwijs stapten uit ons samenwerkingsverband en op datzelfde moment zochten we naar kansen om onze structuur en werking te optimaliseren. Dit resulteerde in vier aparte scholengemeenschappen: CKSA BaO één, CKSA BaO twee, CKSA BaO drie en CKSA Buitengewoon. Naar de buitenwereld profileren we ons nog steeds, waar dat kan en wenselijk is, als één grote, sterke scholengroep: de Scholengemeenschap CKSA.
Bij CKSA zijn momenteel meer dan 1400 personeelsleden aan het werk die, verdeeld over 33 scholen, dagelijks het beste van zichzelf geven om kwaliteitsvol onderwijs en opvoeding te geven aan bijna 8000 leerlingen